Wie het monarchistische systeem achterhaald vindt, kun je ook vragen hoe het dan wél moet. Gelukkig zijn er heel wat landen in de wereld die zonder koningen of koninginnen prima functioneren. In dit artikel pleit ik om het ‘Duitse model’ met een (voornamelijk) ceremoniële president als voorbeeld te nemen.
Sommige landen hebben helemaal geen staatshoofd, sommige hebben een voornamelijk ceremonieel staatshoofd en andere hebben een politiek staatshoofd met een positie die soms doet denken aan een absoluut heerser.
Om uit al die mogelijkheden de juiste te kiezen, wil ik eerst stilstaan bij wat de rol van het staatshoofd in Nederland nu is.
Daarna leg ik uit waarom ik denk dat het ‘Duitse model’ goed past bij onze Nederlandse democratie.
Wat is de rol van het huidige Nederlandse staatshoofd? (de koning)
De koning heeft als staatshoofd een beperkt aantal officiële taken, zoals:
- voorzitterschap van de Raad van State;
- beëdiging van ministers en staatssecretarissen;
- voorlezen van de Troonrede (al mag dit ook namens de Koning);
- ondertekenen van wetten en Koninklijke Besluiten (voor alle duidelijkheid, het gaat daarbij niet om besluiten die de monarch zelf heeft genomen!)
Dit is – kort samengevat – wat er in de Grondwet staat over de rol van de koning. Daarnaast vertegenwoordigt de koning de Nederlandse staat:
Staatsbezoeken, handelsdelegaties, diplomatie
Denk aan staatsbezoeken afleggen, begeleiden van handelsdelegaties en ontvangen van buitenlandse staatshoofden en regeringsleiders.
Omdat de monarch geen feitelijke macht heeft, is zijn rol vooral protocollair en ceremoniëel. Het aanzien dat hij geniet maakt hem geschikt voor de taak.
Werkbezoeken, lintjes knippen, sporters toejuichen
De Koning heeft ook een vertegenwoordigende rol binnen Nederland. Denk aan ‘werkbezoeken’, toespraken voorlezen bij officiële aangelegenheden, medeleven tonen bij rampen, lintjes doorknippen, sporters toejuichen enzovoorts.
Voor welke taken heb je een staatshoofd nodig?
Dankzij de grondwet van Thorbecke (1848) hebben we in Nederland geen absolute monarchie meer
Onze staatsinrichting functioneert naar mijn mening redelijk goed. Het lijkt me geen goed idee om de grondwet van Thorbecke volledig te herschrijven. Ik ben (mede) daarom geen voorstander van een president met grote politieke macht (zoals in Frankrijk) of een republiek zonder staatshoofd (zoals in Zwitserland).
Een ceremoniële president sluit beter aan bij wat we nu al hebben:
Staatshoofd voor officiële taken
Ten eerste de officiële taken in de Grondwet.
Je kunt ervoor pleiten dat het niet per se een ‘staatshoofd’ hoeft te zijn die wetten ondertekent – waarom niet de parlementsvoorzitter? En een notaris of gerechtelijke instantie zou ministers kunnen beëdigen.
Maar het heeft ook voordelen om dit aan het staatshoofd toe te vertrouwen:
- omdat het bijdraagt aan het aanzien van deze functionaris;
- omdat het de desbetreffende instanties of gebeurtenissen gewicht verleent.
Staatshoofd als vertegenwoordiger
De vertegenwoordigende rol – zoals staatsbezoeken afleggen of toespraken houden – lijkt me in ieder geval belangrijk voor het staatshoofd.
Daarvoor heb je iemand nodig met aanzien in binnen- en buitenland. Aanzien verwerf je volgens mij door eigen verdiensten, niet door erfopvolging.
Wat wordt de rol van het toekomstige Nederlandse staatshoofd? (president)
Uit het bovenstaande komen de contouren van een modern staatshoofdschap al een beetje naar voren.
Als president zoek je een persoon die:
- zich voor de samenleving verdienstelijk heeft gemaakt;
- aanzien geniet in brede kringen;
- een zekere waardigheid heeft;
- enigszins gematigd is – geen fanatieke partijpoliticus.
Iemand die al een carrière achter zich heeft en zich zonder al te grote persoonlijke ambities aan de taak van President van de Republiek Nederland wijdt.
Hoe de rol precies vormgegeven wordt, kun je mede laten afhangen van de persoon die er invulling aan geeft – (wat mij betreft in ieder geval niet staan joelen bij sportevenementen of het ‘Heineken House’ bezoeken!).
De Duitse Bondspresident heeft ongeveer de taken die ik hier omschreven heb. Alleen in crisissituaties, als het nodig is dat iemand knopen doorhakt, gaan zijn bevoegdheden verder en mag hij bijvoorbeeld het parlement ontbinden.
Hoe kies je een ceremoniële president?
Een president is alleen democratisch gelegitimeerd als hij of zij via een transparante procedure gekozen wordt. We moeten nadenken over een kiesproces en daarbij dient zich wederom het Duitse model aan.
Getrapte verkiezing zorgt voor balans
De Duitse Bondspresident wordt gekozen door de Bondsvergadering – in Nederland zou de Staten-Generaal de logische instantie daarvoor zijn.
Door deze indirecte verkiezing wordt een onbalans tussen de legitimatie van de functionaris en zijn feitelijk macht voorkomen. Een president kan nooit zeggen: IK ben door het volk gekozen, dus MIJN mening moet de doorslag geven – zijn ‘macht’ is een afgeleide van de macht van de gekozen volksvertegenwoordiging.
Het kiesproces is een beetje vergelijkbaar met de gang van zaken rond de keuze van een Kamervoorzitter in Nederland. In het algemeen kiest men voor iemand die ook buiten eigen kring waardering geniet.
Iemand die zijn/haar sporen verdient heeft
In de praktijk zijn de presidenten meestal wat oudere, gematigde politici die hun sporen verdiend hebben. Alleen zó kan het presidentschap aanzien verkrijgen. Bovendien is de rol van ceremonieel president, zonder feitelijke macht, voor ambitieuze jongeren minder aantrekkelijk.
President voor maximaal 10 jaar
Uiteraard is de ambtsduur van een gekozen president beperkt, in Duitsland tot vijf jaar, met een aansluitende verlenging met maximaal nog eens vijf jaar. We kunnen in Nederland hetzelfde doen. Gezien de aard van de rol is er geen enkele noodzaak om een samenhang met Kamerverkiezingen na te streven.
Geen ruimte voor extremisten
Een ander voordeel van deze werkwijze is dat de weg naar het presidentschap voor extremisten zeer bemoeilijkt wordt. De kans dat ongewenste figuren zich bij directe verkiezing het presidentschap toeëigenen is niet volslagen ondenkbaar.
De betrokkenheid bij het politieke gebeuren in Nederland is niet erg hoog en de animo om te gaan stemmen voor een functie die vooral ceremonieel is zal al helemaal niet groot zijn.
Een minderheid die zijn kansen waarneemt zou op die manier zijn kandidaat op het pluche kunnen krijgen en chaos creëren – zelfs als de formele, grondwettelijke macht van die president nihil is. We hebben bij de zogenaamde ‘raadgevende referenda’ al ervaring opgedaan met dergelijke dingen.
Achtergrond van het ‘Duitse model’
In de Duitse staatsinrichting zijn de ervaringen verwerkt die het land heeft gehad met staatshoofden, in het bijzonder met de Rijkspresident tijdens de Republiek van Weimar. Men heeft gezien hoe de machtsconcentratie in één persoon ertoe bijdroeg dat het in 1933 misging en wilde dat in de toekomst voorkomen. Vandaar de vooral ceremoniële rol, de afstand tot het leger (de president is géén opperbevelhebber van de strijdkrachten!) en het kiesproces.
Er zijn gelijkenissen tussen de crisistijd in de jaren dertig van de vorige eeuw en de huidige tijd. Ook nu komen fascistoïde elementen naar boven, groepjes die pretenderen ‘het volk’ te representeren enzovoort. In zo’n situatie is het goed om lering te trekken uit het verleden.
Weinig problemen met Duitse ceremoniële presidenten
Frank-Walter Steinmeier – de huidige (2019) Duitse President
Duitsland heeft met zijn presidenten, sinds 1949, weinig problemen gehad. Het is maar één keer voorgekomen dat het echt fout ging, en dat was met Christian Wulff, die ervan beschuldigd werd het presidentschap te eigen bate aan te wenden, in 2012. Wulff trad zelf af. Er zijn echter regelingen voor het afzetten van een president. Daarvoor is wel een tweederde meerderheid van de volksvertegenwoordiging nodig.
Samenvattend
Zonder het bouwwerk van Thorbecke (de Grondwet, de Nederlandse staatsinrichting) tot de grond toe af te breken en iets heel nieuws te bouwen, kunnen we het koningschap vervangen door een presidentschap met een vooral ceremonieel karakter. Het Duitse model sluit daar goed bij aan. Als we daarvoor kiezen, kunnen we voortbouwen op wat we al hebben én profiteren van de ervaringen van onze Europese buren.